Zeldzame Ferrari 250 GTO zal op een veiling $ 70 miljoen opbrengen

9

Een onberispelijke, ongerestaureerde Ferrari 250 GTO uit 1962 staat op het punt de duurste auto te worden die ooit is verkocht, met een potentieel van meer dan $ 70 miljoen op Mecum Auctions in Kissimmee, Florida. Deze duizelingwekkende prijs weerspiegelt niet alleen de zeldzaamheid van de auto, maar ook zijn racegeschiedenis en uitzonderlijke staat.

De 250 GTO: een icoon uit de autogeschiedenis

De Ferrari 250 GTO wordt algemeen beschouwd als het hoogtepunt van Ferrari’s vroege raceprestaties. Gebouwd tussen 1962 en 1964, werden er minder dan 40 exemplaren geproduceerd voor het International GT Championship. Deze auto’s combineerden geavanceerde aerodynamica met een legendarische V-12-motor, waardoor ze dominant waren op het circuit.

Onder de motorkap ligt een 3,0-liter Type 168/62 Comp V-12-motor, die ongeveer 300 pk produceert. In combinatie met een handgeschakelde vijfversnellingsbak leverde deze aandrijflijn uitzonderlijke prestaties en uithoudingsvermogen voor zijn tijd. De combinatie van kracht en betrouwbaarheid bleek cruciaal in langeafstandsraces.

De unieke geschiedenis van chassis 3729GT

De bijzondere 250 GTO die te koop staat, chassisnummer 3729GT, valt op door zijn unieke historie. Het is de enige in de fabriek geleverde 250 GTO, afgewerkt in ‘Special White’, een speciaal verzoek van de eerste eigenaar, John Coombs, eigenaar van het Britse raceteam.

Coombs specificeerde ook functionele wijzigingen die vandaag de dag nog steeds op de auto aanwezig zijn: motorkapgleuven, een derde luchtinlaat op het spatbord en een cabineventilatiekanaal dat is aangesloten op een koplamp. Deze aanpassingen laten zien dat deze auto niet alleen een pronkstuk was, maar een machine waarmee actief werd geracet.

Racing Legacy en opmerkelijke eigenaren

De Ferrari Special White behaalde aanzienlijk racesucces, waaronder een klasseoverwinning en meerdere tweede plaatsen op prominente Britse en Europese circuits. Legendarische coureurs als Graham Hill, Jack Sears, Mike Parkes, Roy Salvadori en Richie Ginther bestuurden de auto allemaal tijdens zijn competitieve carrière.

In 1962 en 1963 eindigde hij als tweede overall bij de RAC Tourist Trophy in Goodwood, een cruciaal resultaat in het FIA GT-kampioenschap dat bijdroeg aan Ferrari’s wereldtitels. De auto was zo geavanceerd dat Jaguar hem zelfs leende voor vergelijkende tests, wat zijn superioriteit ten opzichte van de E-Type bevestigde.

Na zijn racedagen ging de auto door de handen van verschillende verzamelaars, met name Jack Sears, die hem bijna drie decennia in zijn bezit had. Sinds 1999 maakt het deel uit van de Jon Shirley-collectie. Shirley behield de originaliteit van de auto en nam deel aan evenementen als het Pebble Beach Concours d’Elegance en Goodwood Revival, terwijl ze zorgde voor noodzakelijke reparaties en verfijningen zonder ingrijpende restauraties.

Het prijskaartje: waarom $70 miljoen?

De geschatte waarde van $70 miljoen wordt bepaald door de unieke geschiedenis, de originele staat en de racegeschiedenis van de auto. Het Ferrari Classiche Red Book certificeert de authenticiteit ervan, waardoor de waarde ervan nog verder wordt vergroot. De combinatie van zeldzaamheid, herkomst en bewaring maakt deze 250 GTO tot een droom voor verzamelaars.

De extreme prijs onderstreept de groeiende markt voor klassieke en historisch belangrijke auto’s, waarbij herkomst en originaliteit voorop staan. Deze veiling zal waarschijnlijk een nieuwe maatstaf vormen voor de verzamelbaarheid van auto’s, en zal aantonen dat sommige voertuigen louter transport overstijgen en onvervangbare culturele artefacten worden.